Zondag 11 augustus
Meteen na de vliegtuiglanding een buitenlands pretpark bezoeken: ik heb het wel al enkele keren gedaan. Maar uit vrees voor vertragingen, bezig ik me op landingsdagen doorgaans met andere pleziertjes. Dus verkenden m’n vrouw, m’n jongste zoon en ikzelf die zondagnamiddag de Finse hoofdstad. Het Senaatsplein zou wel eens ’s lands meest gefotografeerde locatie kunnen zijn.
Vlakbij ligt het Helsinki Stadsmuseum. Ook zonder regenweer hadden we ons hier ondergedompeld in de lokale Geographie, Kultur und Geschichte. De semi-immersieve zaal waarin wisselende wandfoto’s de illusie van een tijdreis moeten evoceren, verdient een eervolle vermelding. Dat geldt (!) ook voor de gratis toegang tot het museum.
De Oespenski kathedraal laat zich ook gratis bewonderen, zowel inwendig als uitwendig.
Een bushokje, een busrit en een cafetaria werden onze toevluchtsoorden tijdens een onweer. Toen de koffie opgeslurpt was, was het klokslag 16:00. Een niet onbelangrijk gegeven, want vanaf dat tijdstip daalt de toegangsprijs tot Korkeasaari Zoo. Met een openingstijd tot 20:00 hoefden we dit beestig bezoekje niet in sneltempo af te handelen.
Maandag 12 augustus
De volgende ochtend was de eerste schooldag in het land dat alom geprezen wordt voor z’n onderwijssysteem. Het hoofdonderwerp van dit TR zou mede daarom pas op de middag openen. Tijd zat om per bus mee te rijden tot aan het Trammuseum. U raadt het al: dat was ook al gratis. Op twintig minuten waren we wel uitgekeken in dit kleine museum.
We wandelden nog even langs het stadion waar de tweede Olympische zomerspelen na Wereldoorlog II werden gehouden.
Een bus bracht ons tot aan de voet van een heuvel. In het Zweeds – de tweede taal van het land – heet die Borgbakcen. Dat bekt en klinkt al een stuk minder onwennig dan Linnanmäki. In onze taal zou dat als ‘burchthelling’ of ‘kasteelheuvel’ kunnen klinken.
Geheel op maat van m’n vrouw die een stuk minder tuk is op bewegende attracties, is de park-inkom volkomen gratis. Voor Leon en mezelf kocht ik twee all-ride armbandjes voor ca. € 50 p.p. Natuurlijk begonnen we met een ritje op de beste achtbaan van Finland en mogelijk een heel stuk daarbuiten. De wachtrij is plant-aardig gethematiseerd.
Het station oogt me iets te sprookjesachtig, gelet op het kinetisch geweld dat instant volgde.
Ik vond Taiga in z’n totaliteit minder dan Taron, maar dat kan ik over haast elke bereden achtbaan zeggen. De lanceringen zijn krachtig en het spoor bevat wel wat aardige elementen. Botersoepel rijdt Taiga niet maar ik voelde nergens een pijntje. Da’s dan al beter dan de meervoudig gelanceerde Batman-rit bezuiden Madrid. Als ik toch een minpuntje mag / moet uitdelen: de kleur. OK, woodprint was esthetisch nog minder een optie, maar wat heeft een rode vuurvogel die de blauwe lucht doorklieft vandoen met subpolaire naaldbomen?
Laat u niet van de wijs brengen door mij gespijker op laag water. Gespreid over de dag heb ik deze topcoaster minstens acht keer bereden. Leon voegde daar zeker nog een vijftal extra ritten aan toe. Minder krachtig dan de twee lanceringen flits ik even voorwaarts naar een namiddagfotootje.
Als ik nog een minpuntje mag aangeven: onride zie je niet zo veel van het park en het lager gelegen stadscentrum. Dat komt enerzijds door de hoge snelheid maar anderzijds zoeft Taiga toch wel een beetje doorheen de rommelige backstage van het park. Vanop Helix in Liseberg ervoer ik de voorbijflitsende landschapselementen als boeiender.
Een technisch gestoorde zac spin zorgde ervoor dat we de ene Intamin niet instant konden inruilen voor de andere. We betraden daarom een groot gebouw, naar verluidt een (onthoofde?) watertoren. De wachtrij-ruimte naar binnencoaster Linnunrata mag er wezen, zeker voor een stadspark.
Maar ook deze binnen-achtbaan by Zierer had opstart-issues. We moesten de VR-bril waar men geen extra kost voor aanrekent onverrichter zake terug inleveren. De hele dag zou het er bril-loos aan toe gaan, dus zonder ’eXtra’. Mijn nieuwsgierigheid bleef hierdoor wat onbevredigd maar gelukkig was hier onride wel één en ander te zien. Denk aan (de oude versie van) Space Mountain in Disneyland.
Ik vermoed dat we’m meteen bisten en later nog één of twee keer bereden. Maar voor dit TR moet ik ongebruikelijk vier maanden diep graven in m’n geheugen. De exacte chronologie van ons wedervaren die dag is nog meer vervaagd door de enorme goodwill van de operatoren. Die lieten ons haast nooit op schaarse medepassagiers wachten. Dit dagje Linnanmäki was kwanten voor gulzigaards.
Hierna gaf ik de herstelde zac spin Kirnu een beurt. Leon ging voor dubbel zo veel ritten. Niet mijn ding, nee. Maar “vijftig euro is vijftig euro”, zou een andere grapjas beamen.
Na nog enkele Taigatjes gingen Leon en ik in het rijdend spookhuis Kyöpelinvuoren hotelli. Ik zie nu pas dat een dakkapel naar de beeltenis van een heks is geknutseld. Puik vakwerk! Het binnendeel was niet van het niveau Europa-Park of Disneyland maar dat kan ik over haast elk bereden spookhuis zeggen. Later die dag ging ik er nog eens solo in.
Er valt nog meer houten pracht en praal te bewonderen en te beleven.
Vuoristorata dateert uit 1951. Ik vond ’em stukken beter – minder onderbrekingen – dan het gelijkaardig geval in Bakken. In de wachtrij is er aandacht voor enige historiciteit.
En Benito Rem-man liet de bakken regen niet aan z’n hart komen.
Op Raketti was de beweging louter verticaal.
Op een nabijgelegen overdekt terras werd gepicknickt en een (dure) pint gedronken. Om spijs en drank goed te laten zakken – of net niet – gingen we aansluitend schommelen in Swingi, de parknieuwigheid van het jaar. Deze is made bij Intamin, de hofleverancier van het park. Dat betekent in geval van een frisbee een pak meer bewegingsvrijheid dan op onze Sledgehammer.
Vergeet het Deense concept hygge. De helft van de Finnen tussen 15 en 55 mag er dan wel uitzien alsof ze net een kerk in lichterlaaie hebben gezet op terugweg van een heavymetal festival. Het betreft een uiterst aardig en in de pas lopend volkje. Of kent u nog een gratis toegankelijk pretpark in het hart van een Europese hoofdstad waar je al even gratis paraplu’s kan ontlenen zonder tussenpersoon of borgsom?
In dezelfde voetgangerstunnel …
… bezocht ik het toilet.
Nog meer ontspannen binnenpret viel te beleven bij Taikasirkus.
Uit de volgorde van m’n foto’s leid ik af dat hierna Salama aan de beurt was. In de wachtrij valt er wat Middeleeuws vertellement te lezen.
Van deze Maurer-achtbaan is me weinig bijgebleven. Dat is voor dit merk en dit soort attractie eigenlijk een compliment want er werd dus geen pijn of ander fysiek ongemak ervaren. Bemerk de weinig contrasterende kleurencombinatie van de paarse Salama met de blauwe Taiga.
Het spoor van Tulireki is op het parkplaan geel gekleurd, in werkelijkheid is het ... blauw. Ook deze baan is daarom visueel soms moeilijk te onderscheiden van z’n twee buren. Probeer anders zelf met onderstaand paatje.
Enerzijds vind ik het getuigen van grootheidswaanzin wanneer Gerstlauer z’n bochtige familiebanen met het bobsleeën associeert. Dat doet concurrent Mack toch realistischer met z’n halfpipe-banen en vrijer bewegende karretjes. Maar héj how, anderzijds heb ik op meerdere plaatsen vet kunnen genieten van dit soort baantjes. Even wat namedroppen: ons eigen Walibi, Tripsdrill, Wiener Prater, Familypark, Jardin D’Ac., Movie Park, Klotten, Djurs en Gröna Lund. Ritjes op Tuleriki vond ik net als in Belantis een minder fijne belevenis wegens ondermaatse soepelheid.
Ooit leende ik wat geld aan m’n schoonzus en zei dat ze evenueel ook gespreid mocht terugbetalen. Geintje, maar van enige spreading ben ik niet vies. In Linnanmäki staan de meeste stalen achtbanen nogal dicht bij elkaar. Ondanks de mogelijke interacties ben ik geen grote fan van zo’n concentratie omdat die andere parkzones dan minder aantrekkelijk maakt. Pikajuna is een Mack powered met een beetje mijntrein-allures. Leuk is dat deze uit een hoogtestation vertrekt en je af en toe letterlijk neerkijkt op de drie blauwige buurbanen.
Maar qua boeiende baanelementen - of beter verwoord: het gebrek hieraan - viel de Piekajuin zwaar tegen.
Ook in dit parkdeel kan men zich in stijl ontlasten.
Hurjakuru is geen kleine rapid … voor een stadspark. Onride valt meer te beleven en te bewonderen dan op onze El Rio, maar dat kan ik over haast elke bevaren rapid river zeggen. Ten bewijze deze waterval aan foto’s.
Op de parkgids van deze website wordt Poppis tot dezelfde attractiesoort gerekend als de kinderballonnenmolens. Nou moe, dit is toch een zwaarder kaliber. Bij mijn regressief weten had ik dit enkel nog maar gezien op de kermis in Oostende. In Cinecittà World bereed ik wel een attractie die door kenners een jumper wordt genoemd. Misschien leunt Poppis hier wat dichter bij aan.
In dit centraal gelegen resto …
… ging ik opnieuw naar de wc.
Eén coaster moesten we nog doen maar die was tot dan toe niet operatief. Leon en ik cirkelden tijdens de net gestarte testritten rond de attractietoegang als uitgehongerde aasgieren. Het duurde wat te lang naar onze zin dus hielden we een kinetische koffiepauze bij Kahvikuppikaruselli.
De achtbaan in kwestie heet Ukko en is van het type dat we al bereden hadden in o.a. Madrid en Skyline Park.
Een bisnummer liet ik aan m’n zoon over.
Een ander attractie in testfase was Kingi. Het zou die dag bij testritten blijven, helaas. Extra jammer want dit is een gyro-drop waar ik zo hevig fan van ben. Vanuit de benedenstad en zelfs vanaf de zoo is Kingi de meest zichtbare attractie. Dankzij een onride filmpje kwam ik te weten dat passagiers bij de start op een beetje klank- en lichtshow worden getrakteerd vanonder het cirkelvormig dak-gebouw.
We gingen nog eens in Swingi en in een molen die inwendig wat rock ’n roll sentiment moest opwekken.
Blijkbaar heeft een aantal half-groten der aarde hier ooit opgetreden. Uit respect voor dit park ga ik niet namedroppen wie in Gröna Lund of Liseberg ware muziekgeschiedenis schreef.
Panoraama is een overdekte uitkijktoren, een attractietype dat je meer en meer ziet verdwijnen uit Europese pretparken. Hieronder ziet u een sfeerbeeldje vanop 53 m hoogte boven de begane grond.
Magia is een zot ding dat we nog nooit ergens anders tegenkwamen. Etymologisch wordt hier mogelijk verwezen naar een orgaan dat kan lijden onder de hevige bewegingen. Eén keer voor mij, twee keer voor Leon.
Veelzeggend ging ik aansluitend in Helikopteri, een kinderattractie.
We deden wellicht nog enkele keren de stalen familiebanen. Eén ervan geeft uit op een bescheiden schommelschip. Wij dus mee op Viikinkilaiva.
Vanuit het ook al blauwkleurige reuzenrad Rinkeli kreeg ik bijna een totaalbeeld op Taiga. Ik maalde er niet om dat de lucht ondertussen ook blauw kleurde.
Nog meer gedraai – zij het enkel voor m’n zoon - in Kehrä.
De fijne operations zetten zich ook dichter tegen sluitingstijd door. Leon en ik werden zonder andere passagiers bediend op Mustekala.
De meeste andere attracties in deze fraaie zone waren al gesloten.
Ik weet niet meer met welke attractie we deze topdag afsloten, maar de laatste nieuwe voor ons was Maisemajuna.
Dus geen levende vissen voor ons à € 14 p.p.
Dan liever gratis deze beren aanschouwen. Die lijken me ook minder moordzuchtig dan bij ons.
Dinsdag 13 augustus
We hadden nog een driekwart dag te spenderen in Helsinki. Te weinig voor een tripje naar één van de twee andere grote Finse parken. Ons driedaags transportpasje bood wel de gelegenheid nog enkele interessante locaties te bezoeken. Zo is er dit Sibelius Monument, gewijd aan de gelijknamige maar mij onbekende componist van weleer.
Kunst in een shoppingcenter met pretpark-knipoog.
Kunst voor de klein mannen met iets commerciëlere inslag.
Het hoogtepunt die dag was een boottripje dat vertrok op het havenplein Kauppatori.
De bestemming was Suomenlinna: een archipel met een oude militaire functie.
Graag wil ik m’n laatste TR van 2024 opdragen aan J.C. Het betreft niet de beste Nederlandse voetballer aller tijden en ook niet die andere overgewaardeerde Messias. Ik kende de gozer in kwestie enkel vanop FB. Nogal pronkerig kondigde hij daar enkele maanden terug een achtbanen-trip naar de VS aan. Zelf ben ik iemand die liever na de reis loopt te pronken. Enkele weken geleden vernam ik als een mep in m’n gezicht dat deze achtbaanliefhebber aan een verschrikkelijke aandoening leed … en dan doel ik niet op coaster-countisme. Hij had na die Amerika-trip maar enkele weken meer te leven maar blijkens een pakkend artikel in het Belang van Limburg behoefde hij geen medelijden. Hij had immers een mooi leven gehad, ferm gekruid met (on)telbare achtbaanritten. Een allereerste reis naar Finland heeft hij moeten annuleren door het onvermijdelijke noodlot.