Kings Dominion en Soak City, 15 juli
In volle coronatijd vaardigde de Virginiaanse gouverneur een verbod (!) af op het gebruik van mondmaskers in scholen. En kort voor onze bezoekdag aan Kings Dominion (KD) had diezelfde staatsman het bevel uitgevaardigd om de vlaggen halfstok te hangen. De officiële aanleiding was een gedode toeschouwer op een bijeenkomst van aanhangers van Amerika’s grootste DT-fout. Hoe dolgedraaide is een land als zelfs een (valse?) vlaghoogte de verkiezingsuitslag kan beïnvloeden?
KD zou ons voorlaatste Cedar Fair (CF) park worden en het eerste waar we maar één dag zouden vertoeven. Hier doet men helaas niet mee aan early ride time (ERT) en nog veel onhebbelijker: het park opent de poorten in volle zomerseizoen pas te elfder ure. Deze meervoudige tijdsbeperking leek me niet bevorderlijk voor onze slaagkansen op een compleet ‘afgevinkte’ parkdag. Uit voorzorg had ik deze keer geen lange avondrit ingepland. En de uiterst nuttige website queue-times.com, die naast actuele wachttijden ook terug in de tijd gaat en zich zelfs waagt aan prognoses, kleurde onze bezoekdag groen in. Of het echt een on-drukke dag zou worden, kon ik moeilijk achterhalen voor de gesloten poorten. Wegens de late opening stond daar best wel wat volk dicht op elkaar en onbeschut tegen de verzengende hitte. Een beetje egocentrisch hoopte ik dat de enige echte Madame Soleil vanop 150 miljoen km afstand hetzelfde volk-werende effect zou hebben als de voorgaande twee dagen in Carowinds (CaWi).
Eenmaal binnen belastten Leon en ik m’n vrouw met onze bagage: zonnebrand, zwemgerief, heuptas, autosleutels, regenjassen en drinkbus. Getweeën trokken we een lange sprint naar de achterkant van het park. Daar bevindt zich immers een hybride achtbaan van wie anders dan RMC. De wachtrij bleek gesloten en de gatknijper van dienst wist niet wanneer die zou openen. Niet ver daarvandaan staat een klassieke houten achtbaan maar ook hier was de wachtrij afgesloten.
Gevolg één: mijn colère schoot net als de temperatuur op een Fahrenheit thermometer boven de honderd. Gevolg twee: om 11:25 hadden we in dit achtbaan-walhalla enkel het muizeke Apple Zapple bereden.
Ondertussen was Racer 75 geopend, de gekloonde tweeling van de drie jaar oudere oer-klassieker uit Kings Island (KI). Positief: men reed hier bij weinig volk wel meteen in stereo.
Toen we de wachtrij een tweede keer betraden voor een ritje op het gespiegelde spoor, bemerkten we kinetische en humanoïde activiteiten bij de RMC. We verlieten de wachtrij en trokken nu een veel korter sprintje. De mini-Steel Vengeance heet hier trouwens Twisted Timbers al had de naam ook Bo Bettens of Sam Van Spilbeeck kunnen zijn. Het betreft immers een omgebouwde woodie waarvan de originele tweelingbroer nog steeds te berijden is in CaWi.
Van de schaarse medebezoekers ondervonden we geen last maar wel van de verplichte gratis mini-lockers. Na het ingeven van een zelf te kiezen cijfer-kleur-combinatie ging er geen kluisdeurtje open. Ik moesten dus gauw een andere combinatie bedenken. Ach, eerder in seconden dan in minuten uitgedrukt stonden we kort daarna in het station dat gedecoreerd is naar … appelteelt. We hadden onze zitplaats maar uit te kiezen en voor front en back werd dubbel aanschuiven toegestaan. Ook al waren we de verwennerij al wat eh … gewend, altijd fijn om zelfs bij kalmte meerdere treinen in bedrijf te zien.
Nog meer gewenning maar dan van het onaangename soort: ik ervoer opnieuw pijn ter hoogte van de geklemde dijen. Dat lot zal ik door die klotebeugels en die dekselse Pavlov voortaan wel op elke hybride RMC moeten ondergaan ... Maar Twisted Timbers is mede door z’n beperkte hoogte minder een airtime-monster dan Steel Vengeance waardoor het fysieke leed best meeviel. Na de rit negeerden we de lockerwand en gingen snel voor een tweede beurt. Toen Leon voor een derde rit ging, probeerde ik de locker te openen … wat niet ging ondanks de correct ingevoerde code. Wel attent van het parkmanagement om hier permanent een locker-agent te laten postvatten. Ze gaf een soort loper-code in en sesam opende zich alsnog. Het kan daarom geen kwaad om ook steeds je lockernummer te memoriseren.
Was het uit ervaring, was het een wilde gok, was het een uitzonderlijke opstoot van ongebreideld optimisme? Ik vermoedde dat het wel eens heel de dag kalm kon blijven in het ’droge’ park. Onze tot hiertoe maar half of minder geslaagde bezoeken aan de CF-waterparken indachtig, overtuigde ik m’n metgezellen om deze keer al rond het middaguur Soak City te betreden. Noteer dat we toen nog heel wat coastergeweld niet hadden bereden. We zouden hier uiteindelijk niet langer vertoeven dan in de andere waterparken. Maar het grote verschil was dat we nu in relatieve kalmte alle grote en middelgrote slides konden beglijden. En dikke meevaller dus maar wat RMC’s zijn voor m’n scheenbenen en dijen, zijn dit soort oases van beton voor m’n voetzolen. Een troost en tevens een bevestiging van mijn eigen groot gelijk: toen wij het waterpark verlieten, was de drukte daar al serieus toegenomen.
Op het droge deden we ons in een jungle-achtige themazone tegoed aan een prepaid warme maaltijd. Van drukte was er weinig te merken in het resto en nog minder bij de nabije attracties. Een zackspin is verre van m’n favoriete achtbaantype. Ik zie het als topspins op een gesloten spoor. En met topspins loop ik ook al niet hoog op. Tumbili mag voor muggenzifters misschien geen zuivere zackspin zijn want gefabriceerd door S&S. Officieel is het een 4th dimension maar zonder laterale bochten zie ik dat als een grove mistelling. Leon ging er eerst zonder en daarna met mij in. “Goed voor één keer”, luidt mijn weinig verrassend oordeel.
Omdat de kleurencombinatie mooi aansluit bij het junglethema, krijgt Tumbili hier nog een tweede foto, inclusief de gondels op hun hoogste punt.
En als toetje een pas-stoeltje …
Een achtbaankredietverzamelaar ben ik niet, ik kon op geen tiental nauwkeurig schatten hoeveel achtbanen we ondertussen al hadden bereden op deze trip door Noord-Amerika. Best hypocriet van mij om dan een ander dyscalculie te verwijten. Maar wat ik wel wist, was dat we tot dan toe nog geen klassieke bobbaan by Mack waren tegengekomen. En laat die dingen uit o.a. Europa-Park, Heide en Blackpool voor mij nu net een garantie zijn op pret. Reptillian was dus een welgekomen coastervariant, ook al ging de trein naar mijn smaak nog voor halverwege onnodig in de remmen.
Wel leuk dat men niet voor het klassieke wintersport-thema opteerde of nog erger: voor knip-en-plak-vampirisme. Ze hebben duidelijk een Jani Kazaltzis in dienst bij KD want de kleurencombinatie zat er opnieuw boenk op. Bij gebrek aan veel volk werd Reptillian snel gebist.
Ook in de uitgang van de attractie trekt men de thematiek van tropische fauna door.
Dat doortrekken gaat zelfs nog even door voorbij de attractie ...
… om dan abrupt te worden onderbroken door een betonnen vlakte met een gesloten garagepoort. Daarachter huist Flight of Fear maar de FoF was dus gesloten. Ach, het zal wel dezelfde zijn als in KI, dus daar tilden we niet zwaar aan.
Om de hoek wachtte immers naar onze mening dè topcoaster van het park. Project 305 heeft z’n kleur, z’n niet geslaagd race-thema en z’n vorige benaming gemeen met een achtbaan uit CaWi. Maar in KD betreft het geen B&M van dertien-in-een-dozijn. Ik besef dat dit zeer oneerbiedig klinkt tegenover de Zwitserse meesterbouwers. Maar feit is dat we in bijna elk bezocht CF-park meerdere hypers tegenkwamen en dat ik daardoor de gave des onderscheids dan niet meer volledig beheers. Soit, in KD is deze voormalige Intimidator een hoge en snelle Intamin. Qua intensiteit plaats ik ’em onder Millenium-Force en boven Expedition Ge-Force. Voor de duidelijkheid: dat is een vet compliment.
Maar het grootste compliment komt de operatoren toe. Men bleef ook bij heel weinig volk gedienstig met twee treinen rijden. En ook hier werd dubbel aanschuiven voor front toegelaten.
Leon had al eerder coasters als enige passagier bereden, maar dat was meestal kort na een parkopening of op een tweederangs achtbaan. En kijk eens wie hier des namiddags tijdens z’n derde rit helemaal solo front zit op – wat wij toch dachten – de parkfavoriet!
In plaats van volop te genieten, ga ik dan op zoek naar verklaringen. De hittegolf, meer volk in het waterpark, een te gewaagde achtbaan voor velen, … Ik denk dat de ligging van Project 305 ook bepalend kan zijn voor de on-drukte. Het jungle-gebied is al een uithoek met weliswaar meerdere achtbanen, voor de rode Intamin moet je dan ook nog eens voorbij de gesloten FoF een doodlopend zijpad in. Visueel en thematisch behoren de standplaatsen van beide achtbanen niet meer tot de jungle. Project 305 wordt dan ook nog eens door een partij bomen aan het zicht onttrokken. En omgekeerd: op grondniveau bij 305 zie je op een stukje Racer 75 na haast geen andere attracties.
Ik heb een donkergroen vermoeden dat een ontsluiting en een attractietoevoeging hier volgend jaar voor extra drukte zullen zorgen. Op de plaats van de legendarisch (gefaalde) Volcano Blast Coaster bouwt men momenteel aan een nieuwe achtbaan. En wat voor één… Rapterra wordt een gelanceerde wingcoaster van B&M. Daar gaat mijn dertien-in-een-dozijn betoog. Het bouwverlof was hier op 15 juli blijkbaar nog niet begonnen want vanop de parking, over de schutting tegenover Tumbili en onride op Reptillian konden we bouwactiviteiten waarnemen. En wij maar klagen over de hitte …
Ik herinner me niet meer of tassen al dan niet mee mochten in de wachtrij van 305. Onze ambulante tassenbewaarder had een leuk en beschut zitplaatsje gevonden in de junglezone. Ik speelde even gezelschapsheer en liet Leon op verkenning in Anaconda, nadien reden we samen. Deze looping- en kurkentrekker-achtbaan van Arrows onderscheidt zich van het oudere geval in CaWi. Helaas is dat niet door een hogere graad van souplesse. Maar z’n 200 meter extra lengte en z’n soms lekker lage passages net boven het gebladerte en een natuurlijk ogende waterplas zijn meerwaarden. Al blijft deze Anaconda leuker voor de ogen dan voor de rest van lijf en leden.
Dat Backlot Stunt Coaster ons nullerlei kon verrassen, is geen eh … verrassing. Zoals haast elke parkgroep weten ze ook bij CF de copy- en paste-knoppen staan.
Maar omdat een rode trein nu instap-klaar was, hoor je ons hier niet over klagen.
Leon en ik lieten ons daarna nog één keer intimideren. Omdat de kinder-woodie Woodstock Express gesloten was en we Boo Blasters on Boo Hill niet eens hadden opgemerkt …
… trokken wij de lijn der hoogwaardige achtbanen in één ruk door. De namiddag was dus al wat gevorderd toen we onze allereerste B&M van de dag bereden. Dominator is dan ook nog even de enige B&M van het park. Het was hier doodkalm en jawel: ook hier reed men met twee operationele treinen. Na een frontrit mochten we blijven zitten. Toegegeven, dat was ons vorig jaar op Monster in Gröna Lund ook eens overkomen, maar toen was dat kort na parkopening.
Leon ging nog een derde keer terwijl ik probeerde een goede fotografische invalshoek te vinden. Dat lukte me niet echt. Deze thema- en vloerloze achtbaan is niet zo hoog maar wel erg lang. En dankzij een variërende waaier aan baanelementen tilde ik niet zwaar aan de rem halverwege. Een ritje op Baron zou daar al afgelopen zijn. Ik mag hopen dat Cedar Flags (sic) deze baan à la Warner Madrid gaat supermaniseren want enige thematisering zou de belevenis hier aanzienlijk verhogen.
KD een groen park noemen zoals Bellewaerde of de Efteling is misschien wat overdreven. Maar het park heeft wel aardig wat groene zones. Dat geldt zeker voor het stukje waar wij in de late ochtend voorbij waren gesprint. Wandelaars met drievoudige bagage kunnen hier wel tot rust komen.
Schipper mag ik nog wat meer overdrijven, ja of nee? Nee, ook goed. De realiteit was al uitzonderlijk genoeg. Voor de boomstamattractie Shenandoah Lumber Company moesten we welgeteld zeven (!) minuten wachten en dat was veruit onze langste wachttijd die dag. Van de attractie zelf is me weinig bijgebleven, maar zo'n beperkte appreciatie uit ik wel vaker bij klassieke en vooral oude boomstam-dingen.
De nabijgelegen rapid river was gesloten, dus vergaapten wij ons wat aan heimat- en western decoratie, wat in dit land natuurlijk twee keer hetzelfde is.
Tijd zat, dus dachten Leon en ik om wat te gaan oldtimeren in die groene omgeving.
Tot onze aangename verrassing was het op Blue Ridge Tollway niet betalen en nog beter: rijden met een exemplaar waar je zelf gas moet geven.
Raar dat je voor de houten achtbaan Grizzly eerst door een prulariawinkel moet om de boomrijke wachtrij te betreden.
Net als KI’s onovertroffen Beast biedt deze beer een geïsoleerde bosrit aan. Dat het parcours hier maar half zo lang en vrij klassiek is, maakt van Grizzly voor mij een net-niet parktopper. Maar natuurlijk meer dan leuk genoeg om deze attractie instant te bissen en via dezelfde shop te verlaten.
Om locker-gedoe te vermijden ging Leon solo en dus zonder telefoon gauw naar Twisted Timbers. Ik vervoegde me met lege broekzakken voor nog twee aansluitende ritten. Zo pijnlijk zal het dan wel niet geweest zijn. Hierna bereden we eindelijk het andere spoor van Racer 75.
De valtoren heet hier weinig origineel Drop Tower. Ondanks de cirkelvormige stoelenconfiguratie is dit geen ronddraaiend geval. Jammer dat KD zich hier niet meer heeft bezondigd aan copy-paste-gedrag ten aanzien van zusterpark KI.
Nog een panoramische domper was dat de plaatselijke Eiffeltoren gesloten was. Ik dacht dat dit omwille van de parade was. En op de parkwebsite las ik niets over een gesloten status. Maar volgens een forumwebsite zat men al maanden te wachten op een onderdeel voor de lift. Uit het reisverslag van een werkelijk über-sympathieke BJL-operator heb ik begrepen dat de status eind september 2024 nog steeds ‘niet toegankelijk’ is.
Een carnaval-parade midden juli moet kunnen. In geen enkel ander park op deze trip viel ons zo’n feestelijke optocht te beurt, al is dit nooit iets waarvoor ik speciaal een pretpark bezoek. Vanop een terras speelden wij met goedkeurende ogen en smaakpapillen gelijktijdig ons avondmaal naar binnen.
We sloten af met Grizzly maar helaas niet met Windseeker. Net bij onze beurt werd deze hoogzwierder gesloten wegens ’te veel wind’. Op ground zero viel daar niks van te merken.
Ondertussen was het 21:00 en in KD betekent dat closing time. Da’s een uur vroeger dan in de vier voorheen bezochte CF-parken. Maar op die zalige maandag bleek een operatieve modus van nine and a half uren ruim voldoende om overvloedig te kunnen pretten. Queue-times.com gaf achteraf een druktegraad aan van amper 2%. Bush Gardens Williamsburg, ook in Virginia gelegen maar door ons straal genegeerd, scoorde toen ook maar magertjes met 6%. De lage opkomst verbaasde me wel vanuit geografisch oogpunt. Nog geen honderd kilometer noordwaarts van KD ligt immers een miljoenenstad waar wij de volgende dag wat cultuur en ergernis gingen opsnuiven.
Arlington, Virginia en Washington DC, 16 juli
Niet dat ik voor the dark side heb gekozen, maar het ingetogen Deutscher Soldatenfriedhof in Vladslo raakt me meer dan het triomfalistische Tyne Cot Cemetery. Als ik het niet zo heb voor militaire bombarie, waarom begonnen we die dinsdag dan bij Arlington National Cemetery? Op het gevaar af nog respectlozer te klinken: dit leek me de meest geschikte betaalparking in de wijde omgeving. En omdat we relatief vroeg present tekenden, kon de huurwagen zelfs overdekt staan. Geen overbodigheid want de brandende zon was die dag opnieuw van de partij. Na de security check type luchthaven kom je in een klein en gratis museum.
Het ’hoogtepunt’ bevindt zich natuurlijk buiten, waar duzend en duzend soldaten hun definitieve rustplaats hebben.
De twee wereldberoemde Dead Kennedys die hier liggen, bleken evenwel geen leden te zijn van de Californische punkband.
Via een zij-uitgang van de begraafplaats kom je uit bij een nieuwerwetse Nederlandse klokkentoren …
… en iets verderop bij dit indrukwekkend Iwo Jima monument.
We gingen opnieuw de begraafplaats in - nu na bodycheck security - en voorbij de hoofduitgang bereikten we een metrohalte. We stapten uit nabij Capitol Hill. Ik vond het vrij reliëfarm voor een heuvel en vrij kalm voor één van ’s werelds belangrijkste politieke gebouwen. Niet dat ik hier een horde wilde roodnekken onder aanvoering van een bebaarde sjamaan in blote bast had verwacht. Maar buiten ons waren hier maar een handvol toeristen te zien.
Er tikte die voormiddag een mentale tijdbom in mijn kop want om 13:00 hadden we een belangrijke afspraak. Op weg daarheen gingen we even binnen in de gratis United States Botanic Garden.
Het magische zesletter-woord is gevallen. In Washington zijn de meeste bezienswaardigheden gratis. Dat geldt zelfs voor een ware dierentuin maar die lag voor ons wat te ver uit het bestuurlijke centrum van de stad. Omwille van de tijdsdruk gingen we dus voorbij het National Air and Space Museum. Inderdaad: ook gratis te bezoeken maar wel met vooraf te reserveren tijdslot. Ons tijdslot naderde voor de letterlijke topattractie van de stad: het Washington Monument. Apetrots was ik op onze drie tickets. Die zijn bijna gratis – 1 USD per persoon – en vooraf te reserveren. Makkelijker gezegd dan gedaan, want de online verkoop start 30 dagen voorafgaand, stipt om 10:00 lokale tijd. Na dertig seconden zijn de ca. 200 (!) dagtickets allemaal de deur uit. Ik had er dus drie voor 13:00.
Dat TT2 niet reed in Cedar Point had ik al ingecalculeerd, maar dat de toren gesloten bleef wegens het warme weer … Er tikte opeens een atoombom door mijn ganse lijf. Op amper één mijl van de residentie van de hoogbejaarde POTUS is dat best een gevaarlijke situatie!
Onze uitgestelde lunch en lege drinkflessen maakten er nog meer een explosieve cocktail van. In de directe omgeving zijn er wel wat overgeprijsde foodtrucks te vinden maar werkelijk niks van kruideniers of superettes. Het National Museum of American History fungeerde maar half als mentale ontmijningsdienst. Dit bezoek – gratis en zonder reservatie vooraf – had ik initieel al voorzien na het bestijgen van die would-be obelisk.
Treintjes – indien ze geen vertraging oplopen – verstaan wel de kunst om me tot rust te brengen.
Er waren wel meer bijzonderheden binnen mijn interesseveld te zien, zoals een motorfiets van het merk Wir Schaffen das...,
... een voorsmaakje van ons bezoek aan een museum in NYC, ...
... en een gele gitaar van een purperen god:
Het museum heeft ook de bijlvormige basgitaar van ene Gene Simmons (Kiss) in bezit maar die werd wijselijk niet tentoongesteld. De kans dat een ballorige Belg het ding uit de kast zou breken en eerder als houdhakkersgereedschap dan als muziekinstrument zou hanteren, was niet onbestaande.
Nog meer kijkdingetjes, zoals kledij van een nep-bokser ...,
... en van een echte bokser, die ooit nog op de parking van de huidige Carrefour in Schoten een demonstratie heeft gegeven (historisch feit):
If I were a rich man …:
We zouden helemaal van hieruit naar de parking wandelen, wat geen evidente onderneming was gezien de afstand en de hitte. En opnieuw langs die gesloten panoramische paal was ook al een vorm van zelfkwelling. Maar aan deze kant van de Pontomac rivier maakt die deel uit van de National Mall. En nee, dat is geen shoppingcenter.
Pootje-baden werd hier toegestaan!
En Abe zag dat het goed was …
Mijn gedacht: die yanks kunnen dit uitgestrekte grasveld beter de naam geven van het geval aan de voet van de echte Eiffeltoren. Dat is genoemd naar de Romeinse oorlogsgod. Shalom allemaal!